Onze gasten Tamara en Marco hebben een reisverhaal geschreven over hun bezoek aan Sukamade waar zij het schildpaddenstrand hebben bezocht. Wij mogen het verhaal en de foto’s gebruiken voor publicatie waarvoor onze dank. Het verhaal hebben wij enigszins aangepast en veranderd zonder al te veel inbreuk te doen op het totaal. Meer kijken van Tamara en Marco op tamaraenmarco@reislogger.nl
Voor Sukamade hoeven we echt alleen het hoognodige mee te nemen, iets om onze tanden te poetsen en schoon ondergoed. Veel hoeft het niet te zijn los van de fotocamera natuurlijk. De koffers en overige handbagage geven in bewaring.
Je moet er wat voor over hebben om bij Sukamade te komen, maar de genomen moeite is het zo waard zijn. Het is een rit van ca 4 uur. Na ca 2 uur redelijk normale weg heb je nog een 2 uur op een onverhard pad te gaan. Ik zeg met nadruk pad want veel meer is het niet. Een tractorpad in Nederland is nog beter begaanbaar dan deze weg. Van de drukte komen we geleidelijk aan in minder druk en bevolkt gebied. We zien veel landbouw en kleine woongemeenschappen. In een van de kleine dorpjes stoppen we nog bij een winkeltje.
Na deze stop wordt weg geleidelijk aan smaller, het is vergelijkbaar met een wat breder fietspad met een middenstreep. Inmiddels zijn we redelijk bij de kustlijn – met mooi uitzicht over de Indische Oceaan – aangekomen. We maken een stop in een klein dorpje en lopen het strand op. Het is wat bewolkt en heiïg, maar de temperatuur is goed.
Zover als we kunnen kijken staan rijk gekleurde vissersbootjes. Bij een van de bootjes is een visser zijn vangst uit de netten aan het plukken.
Uiteraard zit er ook veel bijvangst bij waar hij niks aan heeft. Net als wij er aan komen is hij een zeepaardje uit het net aan het pulken. Hij laat hem ons zien. Het zeepaardje is helaas dood en de visser gooit het achteloos op het strand, bij de andere rotzooi die op het strand verspreid ligt en gaat door met zijn net. Traditioneel zijn de vissersbootjes gemaakt van hout, maar die bootjes gaan minder lang mee en zijn in gebruik ook gevaarlijker dan de moderne bootjes gemaakt van ‘carbon fiber’. Echter deze bootjes zijn voor de vissers in aanschaf heel erg duur. Ze krijgen echter de mogelijkheid om via een soort van maatschappij geld te lenen om een nieuwe boot aan te schaffen en de lening kunnen ze dan met de opbrengst van de visvangst in termijnen terugbetalen.
Zodra een visser aan land komt, springen de andere vissers die al aan land zijn bij de boot met lading aanland te krijgen. Net als we willen gaan komt er een visser aan land en meteen zien we vanuit een paar hoeken andere vissers naar de waterlijn rennen om de boot mee aan land te trekken en op te tillen zodat een ander weer een soort karretje op 2 wielen onder boot kan schuiven om de boot dan zo gemakkelijker met zijn alleen verder aan land te kunnen trekken en duwen.
Na dit intermezzo gaat de reis naar Sukamade verder We stoppen nog even bij een mooi uitkijkpunt en als we na vertrek de bocht om gaan houdt de weg letterlijk op en begint het karrenpad. De komende 2 uur gaan we hotsend en botsend stapvoets verder. Hopelijk komt er geen tegenligger want passeren is nou niet mogelijk als je het pad zo ziet. Zeker op het eerste stuk zitten er enorme met keien (variërend van groot tot klein) gevulde kuilen in het pad. Uiteraard kom je toch een paar keer een tegenligger tegen. Gelukkig net op een stukje waar het net wat breder is en men net wat gemakkelijker langs elkaar heen kan manoeuvreren. Welcome to the Jungle.
Naast een paar tegemoetkomende jeeps komen we ook hier zo nu en dan brommertjes tegen. Dit zijn mensen die hier in dit gebied wonen. Daarom zien we best wat open stukken in de jungle waar de jungle plaats heeft gemaakt voor landbouw. Ook staan er diverse rubberbomen. Verder op in het gebied en wat dichterbij Sukamade staat een fabriek die de rubber verwerkt. Een paar keer stoppen we onderweg om de makaken en zwarte aapjes te bewonderen. De makaken zijn brutaler en minder bang dan de zwarte aapjes. Die schieten meteen hoger de boom in wanneer ze je zien aankomen.
Tegen 13:45 uur komen we bij de toegangspoort.
Hier maken we een korte (sanitaire) stop. Als we er een paar minuten staan, komt er een groep makaken aangelopen. Sommigen maken een heel spektakel in de bomen en zien we een paar apen van tak naar tak springen waardoor die takken weer heel erg doorbuigen en weer omhoogkomen. Alsof ze aan het bungee jumpen zijn. Een oudere makaak vindt het wel prima die gaat wat verder weg zitten, maar een ander jonger dier vindt dat hij – of zij dat konden we niet zo goed zien – wat dichterbij moet komen en zo nu dan even naar ons moet grijnzen. Zo in het kader van ik vind je eigenlijk best eng en dan heb je ook nog zo’n raar ding voor je snufferd, maar aan de andere kant wil ik je toch ook nog wel es goed bekijken.
Tegen 14:45 uur zijn we dan eindelijk op de plaats van bestemming. We wisten dat het onderkomen zeer basic was en daar was ook geen woord van gelogen. Meer dan een kamer met 2 bedden en een wc is het niet. Wel is er sinds 2 jaar stroom én wifi…dat laatste hadden we dus helemaal niet verwacht.
Nadat we onze spullen hebben gedropt, lopen we even de broedkamer binnen. Hier zijn 4 velden met elk een x-aantal nesten. Een paar nesten zijn al uitgekomen. Het zijn groene schildpadjes van ca 1 dag oud. Deze worden morgen uitgezet.. Zo schattig om te zien. Daarna lopen we even naar de oceaan die via een pad door de jungle te bereiken is. Het is een wandeling van ca 700 m.
De golven van de oceaan beuken met flinke kracht het strand op. In het kamp kun je het bulderen van de golven redelijk goed horen. Op zee zien we allemaal vallen drijven die de vissers voor de krabben hebben uitgezet. Het is illegaal, maar er wordt niet tegen opgetreden. Je kunt er melding van maken, zoals de ranger van het kamp al diverse keren heeft gedaan, maar het helpt niet. En wanneer er dan tegen opgetreden wordt, krijgt de betreffende inspecteur, agent, controleur of wie het dan ook doet toch gewoon even wat toegeschoven. Dan is het probleem toch ook opgelost.
20:00 uur verzamelen we bij de broedkamer. Daar krijgen we een korte uitleg van de ranger. Het blijkt laagseizoen te zijn en ze hebben in de afgelopen 6 dagen geen schildpad of -padden op het strand gehad. Maar we hebben tot 23:00 uur de tijd. De schildpadden komen bij hoogtij aan land. En het hoogtij is tussen 20:00-23:00 uur en dan ergens in de nacht ook nog een keer. Op weg naar het strand kunnen we allemaal onze verlichting gebruiken, maar op het strand moet alles uit zijn ook geen mobiele telefoons of lampen op fotocamera’s niets, gewoon donker. Want licht schrikt de schildpadden af. Na deze briefing lopen we met de gehele groep – er zijn inmiddels ook gasten aangekomen die in het dorpje verblijven – naar het strand. Het is hetzelfde pad dat we vanmiddag hebben genomen. Een paar mensen hebben een hoofdlicht. Zodra we bij het strand aankomen moeten alle lampen uit zijn en dan lopen we in het donker het strand op.
Zodra de ogen aan het donker gewend zijn, kun je best wat dingen op het strand onderscheiden. Op zee zien we honderden lichtjes drijven. Het is net een drijvende stad. Dit zijn de lampjes van de watervallen die de vissers gebruiken om krab te vangen. Vroeger deden ze dit met een olielampje, maar tegenwoordig met een door zonne-energie geladen lampje. En dat is voor de schildpaddenopvang om het zo maar even te noemen ook een groot probleem. Want deze lampjes zijn zo fel dat ze de schildpadden afschrikken die hier aan land willen komen om hun nesten te graven.
Onze gids loodst ons naar een boomstam waar we op kunnen zitten. Het is voelt nog best warm aan op het strand ondanks de wind. We hebben een lange broek en een jas aan. Dit voor de zandmuggen die je lek kunnen prikken.
Ergens links van ons op een afstand van een meter of 50 zien we 2 gestalten bewegen. Onze gids weet ons te vertellen dat dit ook rangers zijn. En omdat ze continue op één plek blijven en je ze af en toe naar beneden ziet kijken vermoed onze gids dat ze bij een schildpad staan. Terwijl we wachten kletsen we wat met onze gids en een dame die in de kamer naast ons bivakkeert. Zij reist alleen. Intussen houden we met ook een oogje op de 2 gestalten die even verder op bezig zijn. Ja zegt onze gids ik denk dat ze bij een schildpad zitten, want ze blijven wel heel erg op 1 plek staan. Wanneer de ranger een schildpad vindt, moeten ze eerst wachten tot ze het nestgat gegraven heeft. Zodra ze met de leg begint kunnen we er omheen gaan staan, alleen aan de zijkanten en aan de achterkant. Niet aan de voorkant. Ook heeft dan alleen de ranger zijn licht aan om de leg zo min mogelijk te verstoren. Zo zitten we dan een ongeveer een half uurtje te wachten.
Dan komt het verlossende woord van de ranger. Er ligt inderdaad een schildpad op haar nest op de plek waar we de 2 gestalten hebben gezien. We volgen snel de ranger en zijn als één van de eersten uit de groep bij het dier.
Het is echt fantastisch om dit mooie dier van zo dichtbij te zien. Het blijkt dat ze al een flink eind haar nest had gegraven toen de rangers haar vonden, vandaar dat wij niet zo lang hoefden te wachten. Want het duurt voor de schildpad ca 1 uur voor ze het gat voor het nest heeft gegraven. De leg duurt ook ca 1 uur en dan nog ongeveer nog een 1 uur om het nest af te dekken.
Je ziet de eitjes per stuk dan wel met een paar achter elkaar zo het nest in vallen. Wanneer er een aantal inliggen, haalt een van de rangers het nest voorzichtig leeg. De eitjes worden op een rijtje naast het nest gelegd. De eieren zijn ongeveer zo groot als een pingpongbal en zijn redelijk zacht zodat ze niet kapot springen wanneer ze op elkaar in het nest vallen.
Steeds wanneer er een paar eieren in het nest zijn gevallen neemt ze even rust dan zie je haar weer aanspannen en plop daar komen er weer een aantal. Zo nu en dan hoor ik de schildpad ook even diep ademhalen dan wel uitblazen. Zodra ze met haar achtervinnen begint te bewegen en zand begint bij elkaar begint te schrapen weet je dat ze klaar is met de leg. Uiteindelijk heeft ze 121 eitjes gelegd. Terwijl ze langzaam maar zeker het nest dicht gooit, zet de ranger het licht van zijn lamp wat feller en wie wil kan met de schildpad op de foto. Na ca 15 min begint ze ook zand te schrapen met haar voorvinnen. Uiteindelijk dooft de ranger het licht van zijn hoofdlamp en staan we nog ca 30 min bij de schildpad terwijl ze haar nest aan het bedekken is. Ook nu neemt ze steeds een pauze om even diep adem te halen en verder te gaan met zand scheppen.
.
22:50 uur zijn we in onze kamer.
Dag 2.
Onze gids is ook al wakker en vraagt of we klaar zijn. Ik raap nog de laatste spullen bij elkaar.
Meteen lopen we door naar de broedkamer. Daar krijgen we van de ranger een emmertje met daarin een stuk of 20 schildpadjes die we uitgaan zetten.
We hebben het geluk dat ons groepje maar ‘klein’ is daardoor hebben we net wat meer schildpadjes in onze emmer gekregen.
Het is belangrijk dat het uitzetten voor zonsopkomst gebeurt dan hebben ze de meeste kans van slagen om de zee te bereiken. Tegen 05:50 uur lopen we wederom over het jungle pad richting de zee dit keer met een emmertje baby schildpadjes. Het krioelt in het emmertje, de babies doen stuk voor stuk om moeite om eruit te komen.
Op strand aangekomen lopen we naar de rand waar het zachte zand over gaat in het ‘verharde’ zand. We zien sporen van een wild varken dat over het strand heeft gelopen op zoek naar nesten om leeg te slurpen. Ons nest heeft hij in ieder geval al niet te pakken gehad. Het is belangrijk dat we ca. 25 meter vanaf het water de schildpadjes loslaten. Het mag één voor één, maar je mag ook het emmertje op zijn kant houden om ze allemaal tegelijk los te laten. We kiezen voor één voor één zodat we allebei een aantal schildpadjes kunnen uitzetten.
De schildpadjes reageren stuk voor stuk anders. De één ‘rent’ meteen op de zee af en de ander blijft nog even zitten waar hij – of zij want we kunnen niet zien wat het is – wordt neergezet om even de omgeving in zich op te nemen en dan zetten ze op het een lopen. Onze gids geeft aan dat dit echt een verkenning is van de omgeving zodat ze weten waar ze naar toe terug moeten keren.
Het is echt een bootcamp voor de beestjes, de golfen beuken onverminderd hard op de kust en ze worden echt door elkaar geschud wanneer ze door het water gegrepen worden, sommigen worden meegetrokken en anderen worden weer op het strand geworpen. De schildpadjes laten zich echter niet uit het veld slaan. Ze zetten het gewoon weer op een lopen. Zo gebeurt het dat ze dus een paar keer precies dezelfde afstand moeten lopen voor ze weer bij het water zijn c.q. dat een golf zover het strand opkomt om ze mee de zee in te sleuren. Het is maar net hoe een golf valt want als deze wat meer water heeft, worden de schildpadjes eerder meegenomen dan wanneer het water wat lager is. Sommige schildpadjes worden op hun rug gegooid, meteen zijn ze in de weer om weer overeind te komen. Een paar keer helpen we een kleine omdat zijn voorste vinnen toch wel wat dieper in het zand zitten. Maar in principe komen ze vanzelf weer op hun vinnetjes terecht en kan de marathon richting het water worden voortgezet.
Voor we ze los lieten, liet onze gids van een schildpadjes het buikje zien. Daar zagen we een klein grijs puntje zitten. Dat was de navelstreng. Zolang ze die nog hebben, kunnen ze ook nog niet duiken. Na ca 1 week verdwijnt dat en dan kunnen ze ook meteen duiken. Vanaf de geboorte hebben de kleintjes nog ca 1 tot 1.5 week voedsel in hun lijfje zitten. Nu zijn er vandaag gelukkig geen roofvogels zoals de Javaanse zeearend want voor deze dieren zijn de schildpadjes een lekkere snack, maar in het water zijn ze ook niet echt veilig. Want omdat ze nog niet kunnen duiken, kunnen ze ook in het water gemakkelijk door roofvogels eruit geplukt worden. Ook zijn de lokkooien van de vissers een gevaar. En zo zijn er nog tal van andere gevaren die op de loer liggen. Men denkt dat uiteindelijk maar 1 van de 1000 schildpadjes het redt.
De schildpadjes uit onze emmer moeten echt heel veel moeite doen om uiteindelijk in het water te komen en te blijven. We blijven net zo lang staan tot het voor alle beestjes gelukt is. Niemand blijft achter. Tegen 06:30-06:35 uur zijn alle schildpadjes uitgezet en naar zee gekropen beginnend aan een lange reis vol gevaren op weg naar volwassenheid. Hopelijk kruipt er over 25 jaar één van deze kleine frutjes op een nacht hier weer het strand op voor een volgende generatie. Wat ze in de tussentijd allemaal beleven, meemaken en zijn geweest weet niemand. We lopen nog even naar de plek waar de schildpad gisteravond haar nest had gemaakt. Het wildzwijn dat over het strand heeft gelopen, heeft het al helemaal omgewoeld in de ijdele hoop iets lekkers te vinden. Ook zien we 2 sporen die terug naar zee leiden.
Één van onze schildpad en één van de 2e schildpad die iets verderop met haar nest bezig was. Ook zien we de gevolgen van een leeggeroofd nest. De rangers hebben het net te laat gevonden. De nestrovers waren eerder. Er liggen allemaal lege eierschalen in het zand.
Terug in het kamp lopen we nog even de broedkamer binnen en vinden het nest dat we gisteravond gelegd en leeggehaald hebben zien worden. Daarnaast staat nog een 2e nest ook van gisteravond. Echt heel bijzonder dit mee te mogen maken. Vanaf januari tot nu toe hebben ze 509 (septem 2023) nesten gehad. Vorig jaar (2022) rond deze tijd waren dat nog ruim 800. Mede door de lichtvervuiling in zee, door de vissers, komen er minder schildpadden aan land. Rapporteren heeft geen zin want de overheid/politie doet er ogenschijnlijk niets aan en zo kunnen de vissers hun illegale gang gaan.
Wanneer ze de eieren naar de broedkamer verplaatsen, graven de rangers eenzelfde nest als de moederschildpad: 80 cm diep en onderin wat groter en breder dan plaatsen ze de eieren in het gat en dichten ze het af met zand. Na ca 2 maanden komen de schildpadjes uit het zand omhoog gekropen. Het duurt ca 3 dagen voor ze boven op het ‘strand’ zijn dus vanaf het moment dat de eierschaal breekt en ze zich een weg naar boven hebben gevochten. De temperatuur van het zand bepaalt of het een mannetje of een vrouwtje wordt. Ze hebben hier 4 ‘bakken’ zand van 1.5 m diep. Elke bak wordt na 2 keer te zijn gebruikt voor het uitbroeden van nesten helemaal uitgegraven en weer voorzien van nieuw vers zand. Dit om de kwaliteit van het uitbroeden etc. te waarborgen.
Na deze toelichting lopen we naar onze kamer en zetten we onze spullen klaar en tegen 07:00 uur zitten we aan het ontbijt.
Meteen na het ontbijt pakken we onze spullen en beginnen we aan de lange terugweg naar Kalibaru. Om 07:30 zijn we onderweg. Het eerste stuk gaat nog wel wat hotsen en botsen betreft. Onderweg komen we weer verschillende keren zwarte aapjes en makaken tegen. Ook zien we bij een rivierbedding een ijsvogel zitten, maar net als ik uit de auto ben gestapt is de vogel letterlijk gevlogen. Vlakbij het wachtershuisje, ongeveer halverwege deze route (dezelfde weg als gisteren) die niet alleen over een karrenpad loopt, maar ook een paar keer door een droge dan wel halfdroge rivierbedding, begint het slechter te worden en begint het hotsen en botsen. Rond 08:30 passeren we het wachtershuisje.
Onderweg hebben we een paar keer een tegenligger en op het laatst komen we een stukje achter een vrachtwagentje te zitten, maar zodra het kan laat hij ons passeren. Tegen 09:20 uur zitten we weer letterlijk op de verharde weg. Het is druk op de weg, niet zo gek want het is vrijdag en het is een vrije dag voor de mensen hier. Desondanks kunnen we redelijk doorrijden. Het grappige is dat qua afstand Sukamade niet eens zo heel ver weg ligt, iets van 135 km. Maar vanwege het verkeer en het slechte wegdek kun je gewoon niet hard rijden. Vandaar dat je echt 4 uur over een betrekkelijk kort stukje doet.
Iets na 12:00 uur zijn we weer in onze Guesthouse Rumah Senang. We danken de gids en de chauffeur.